zaterdag 5 september 2020

Onweer in de lucht

 Ook de laatste week van de zomertocht is echt zomers. Weinig wind, veel zon, bloedhete dagen met als afsluiting van de periode veel kans op onweer, zwaar onweer.

We varen van Tréguier in een nachttocht met een ruime bocht om Guernsey en Alderney heen richting Cherbourg en direct door naar Le Havre.
Het is een zonnige, rustige ochtend. We motoren achter in t veld van de 12 boten. Op afstand naast ons de Jack in the Box. Niks aan de hand totdat we hen ineens stil zien liggen, met Guernsey op de verte achtergrond. Stil betekent niet “ff pauze”. Betekent “motor stopt ermee, iets in de schroef of brandstofproblemen of...”. Met overleg op de marifoon concluderen we dat er iets in de schroef moet zitten. 
De zee is vlak, we moeten nog aan de nacht beginnen en Le Havre is ver weg. We besluiten dat Paul zijn duikuitrusting uit het vooronder gaat verzamelen en op onderzoek uit gaat. Ik help Paul, terwijl Sivy achter het roer staat en de boot in de buurt van Jack in the Box houdt. We varen dicht bij hen en Paul gaat overboord. Een snelle eerste blik onder de boot, komt boven water en ik zie hem overleggen. Duikt er weer onder en een grote kluwe touw komt naar boven.
Hilde en Jeannot leggen deze in de kuip, als trofee en om te voorkomen dat er nog iemand in gaat varen. Paul zwemt terug naar de Shaula en we beginnen met afspuiten in de kuip en alles te drogen leggen. In totaal duurde de actie een half uur en we varen weer verder.

De Kanaaleilanden zijn niet toegankelijk en we willen niet met 12 schepen tegelijkertijd met veel stroming in het donker door de Alderney Race. Aangezien je bij de steigers in Tréguier met de kentering moet losgooien, is het een rekenklus hoe je de etappe het beste kunt opzetten. We pakken de uren stroom mee bij Alderney aan de west- en noordzijde en varen in de nacht voor Cherbourg. Liefst maken we daar een tijstop, maar in de nacht aanlopen met alle visboeitjes én volle steigers nemen we niet op als reële optie. Dan maar stroom tegen bij Barfleur: 4 uur lang maken we een snelheid van 1-1,5 knoop, zeer rustig slentertempo. Maar met een mooie zonsopkomst en vlakke zee. Een goeie meditatie-oefening :-).
We zijn het motoren een beetje beu, dus zodra er een zuchtje noordoostenwind komt gaan de zeilen op.
Eigenlijk te weinig voor echte voorgang, maar we houden t even zo. We hebben nog de hele dag de tijd.
Op de middag zijn we allemaal in Le Havre, waar de tropische hitte als een deken over ons heen valt. Iedereen ligt achter de boot in het water, naarstig op zoek naar afkoeling.

Op de boulevard in Le Havre is het druk. Kermis, muziek, volle restaurants en terrassen. De mondkapjes herinneren je aan Corona. 
Het lichtspel door de glas-in-lood ramen van de hoge vierkante toren van de markante kerk Saint-Joseph bij de haven is de moeite waard.
Het is té warm voor veel activiteit.
De harde Noordoostenwind blijft uit en we gaan via Dieppe met een tussenstop daar naar Boulogne-sur-Mer. Er wordt veel onweer voorspeld komende dagen en we willen ook voortgang maken. Best lastig beslistraject.
De dag met voorspeld noodweer blijven we in Nieuwpoort. Het is een smorende hitte. Helemaal als je met het overal verplichte mondkapje naar de Colruyt gaat voor boodschappen. Zodra Sivy en ik in ons eentje op de weg naar de haven lopen, zet ik het af. Het zweet gutst langs het mondkapje en ik zie toch echt even het nut er niet van in. Burgerlijke ongehoorzaamheid op z’n kleinst. 
Na een extra “hoge onweerskans”-tussenstop in Zeebrugge, nemen we afscheid op het terras van de Jachtclub.
Iedereen gaat weer richting eigen thuishaven.
Maandag om 12 uur wordt het rondje op de marifoon gemist. 

woensdag 19 augustus 2020

En zomers bleef het

ook de dagen na ons verblijf in Saint-Cast. De korte etappes naar Binic en Paimpol hebben we mooi gezeild. Bij Binic hebben we voor de deur geankerd, in 6 meter diepte, waar de volgende ochtend  alleen een drooggevallen baai zichtbaar wordt.
Zodra de keersluisdeur open gaat, varen we in linie de smalle aanloop en deur door. Op de kant staan veel Franse toeristen toe te kijken. Het is warm en dus druk op de terrasjes. 
Op het brede strand hebben we een voetbalwedstrijd “de jonkies tegen de oudjes”. Na zandhappen, achter watervlugge kinderen rennen, kinderen tackelen, en een voetblessure van Merijn, winnen “wij oudjes”, met 10-9. Veel gelachen, onderling commentaar en aanmoediging. 

Het is perfect weer als we de dag daarna, na een mooi rak, het anker droppen bij Île de  Bréhat. Zon, wind vanaf het eiland, plaats genoeg. Ik krijg een dinghylift van Jeannot, Sivy wordt afgezet bij vriendinnen verderop om te zwemmen en te suppen. 
Op het prachtige bloemeneiland staan zeer leuke vakantiehuizen, in een maanlandschapachtige setting bij laag water. Het is een populaire (dagjes)bestemming. De vedettes zetten ladingen dagjesmensen af vanuit Paimpol. Desondanks is het heerlijk om op het kleine eiland rond te lopen. 
Ik krijg een ijsje van Joyce en Simone. Ik was m’n mondkapje vergeten, maar ben uit de buurt van mensen gebleven. Alleen in het drukkere centrumpje was het dragen verplicht, maar ik had het bord over het hoofd gezien. T was geen probleem de 1,5 meter afstand te houden.
Taxi Jeannot pikt ons op en zet ons af bij onze boten. Sivy zeilt op de Twa Famkes mee naar Paimpol, waar we onze aankomst in de avond timen op de free flow van de sluis. Bij anker op blijkt de schakelaar op dek om het anker op te halen het niet meer te doen.... Paul gaat aan de bodybuilding: 40 meter ketting, 2kg/m, plus 15 kg anker op de hand omhoog trekken.
Paimpol blijkt de drukste avond van het jaar te hebben: 63 passanten. Het is een kleine chaos, maar we kunnen er allemaal in. 
Ook de aanloop van Paimpol valt helemaal droog. Magnifiek zicht.
De kinderen gaan zwemmen in het volgelopen natuurzwembad, terwijl eromheen het “wad”-lopen kan beginnen. 
‘s Avonds eten we met de Whale bij een voortreffelijk visrestaurant “La Cabane sur les Quais” tegenover de haven. Binnen staan de tafels op prettige afstand, en we zijn een groep onder de 10 personen. Alles prima geregeld. 
Op de weersverwachting voor de lange termijn hadden we harde noordoostenwind gezien wat de terugtocht over de Seine Baai kon gaan dwarsbomen. We hielden het al een paar dagen in de gaten en het zou in eerste instantie ons bezoek aan de rivier Trieux en Tréguier in het water doen vallen. Dat zou toch wel erg jammer zijn.
De extra havendag daar besluiten we op te offeren, maar niet de zeiltocht erheen. Na verificatie bij de havenmeester komen we op laag water, exact getimed om 14.45 uur aan bij de steigers. Dat is hier een vereiste: aankomen met de kentering. Een half uur te vroeg of te laat, kan al problemen geven door dwarsstroom door de marina op de rivier. Vandaag was t geen extreem laag water, dus we hielden (net) voldoende water op het allerlaatste stuk van de rivier. We hebben vanaf het begin van de rivier met een snelheid van 2,5 knoop de aankomst
voor de hele groep goed kunnen plannen. 
Ook voor ons korte verblijf is deze tocht op de rivier de moeite waard. Met dolfijnen bij de ingang.

Tegen vijven loopt spontaan het terras op het plein bij de kathedraal vol met aanschuivende OceanPeople bemanningen. Bij groepsgrootte 10, wordt er een splitsing van 1,5 m aangebracht en de ober blijft bier aanslepen in de zomerse hitte.
Super gezellig.
We halen op de terugweg naar de boot 8 verse oesters bij de visboer en Paul kan het oestermes weer een keer tevoorschijn halen.
Jean François van de werf Boréal komt nog even kletsen bij ons en we halen oude herinneringen op. De werf is hier gevestigd en er liggen een aantal boten voor oplevering aan de steiger.
Hele fijne plek hier.


donderdag 30 juli 2020

Zomerse hitte aan de Noord-Bretonse kust.

Statige villa’s staan op de hoge rotskust, waarbij enkele boomtoppen boven de daken uitkomen en het geheel een mediterraan tintje geven. Althans, wat je je voorstelt bij t woord “mediterraan”. De steile rotsen tonen waar het getij iedere dag opnieuw haar markering achterlaat en daarboven groeien struiken. Talloze moderne polyester visbootjes liggen aan de steigers in de grote jachthaven van St Cast Le Guildo.
We liggen aan de buitenste steiger met open zicht op het lange zandstrand. De kinderen zijn met een dinghy en 2 sups vanaf de boten naar het strand getogen, 10 minuten varen. Paul en ik hebben ook op het strand gelegen. Ik heb zelfs een nieuwe bikini gescoord hier in het dorp/stadje. Mét mondkapje het pashokje in. Daar snel af en ademhalen. 
De mondkapjes zijn hier wijdverspreid; niet verplicht op straat, maar wel veel gebruikt. Op zich houden mensen wel 1 m afstand, als t mogelijk is, maar in de restaurants en op terrassen zie je geen verschil met tafelzetting in coronatijd of pre-coronatijd. 
We mijden drukke straten en winkels zo veel mogelijk, maar ik weiger helemaal toe te geven aan corona en als het ware het leven op slot te zetten. Met de workarounds en alle maatregelen op havenkantoren, desinfectiepompjes overal en altijd een mondkapje bij, is het prima te doen. En kun je ook nog genieten van de pracht in Frankrijk. 
Gisteren een kort tochtje vanaf Saint-Malo gezeild, maar het was een cadeautje met een licht noordenwindje. Er waren werkzaamheden aan de sluis, waardoor we pas om 15.57 uur de eerste uitgaande schutting konden nemen. En die liep nog een uur vertraging op. Maar ach, met z’n 40-en of zo iets de sluis in en met een namiddagzon op pad, tussen de rotsen door de zee op. 
De havens Granville en Saint-Malo zijn fantastisch. Zeker de equipe van Granville heeft alles bewerkstelligd om het ons gemakkelijk te maken. Die haven kun je beperkt in vanwege een hoge drempel rondom en in de haven. Omdat Jersey stringente Coronamaatregelen heeft (met verplichte testafname), hebben we de 75 mijl van Cherbourg naar Granville in 1 etappe afgelegd. Optimaal getimed met stroming naar Alderney Race dicht langs de kust, kentering in de Race en vervolgens zo lang mogelijk mee zuidwaarts. We houden het tempo erin; helaas motor bij als de west/noordwestenwind te weinig is om ons voort te blazen. Er staat een volle ploeg van 5 assistenten op de steiger als we om 22 uur, net voor donker, tussen de palen over  de klapdeur de haven in varen. Voor elke boot hangt er een persoonlijk bordje vastgeniet aan de kop van de box. Welkomsttasje met folders over de stad en een fles cider wordt aan elke boot overhandigd. Ook de dag erna geeft Guillaine ons een uitgebreide rondleiding naar bureau van de havenmeester, jachtclub, kantoor van de visserij/commerciële haven (voor onze tweede Croisière Bretonne, in september, met motorboten) en restaurant, waar we redelijk coronaproof kunnen dineren met een groep. De jachtclub heet iedere avond vele mensen welkom. Buiten op het terras gaat dat goed, maar later op de avond, na een regenbui, is t binnen “op het randje”. 
Laat alstublieft die vaccins snel komen, zodat de mensheid weer in elkaars nabijheid kan functioneren. Daar is goede hoop op, verneem ik via expertise in de groep.
Op het water is het als vanouds “klooien” met code zero’s, onderlinge wedstrijdjes, foto’s maken en genieten van de vrijheid en “het zijn”. 
In Saint-Malo heeft een aantal van onze groep catamarans gehuurd op het strand en samen met instructeur in een snelle rib gescheurd langs het Fort National. 
Paul en ik rennen, op niet-gezette tijden, een rondje over boulevards. Die van Saint-Malo was heerlijk en ik heb genoten van 2 groepjes hele kleine Franse kleuters die in surfpakjes en zwemvestjes, met z’n achten, 2 ieniemienie surfzeiltjes naar het strand droegen voor hun ochtendles. Geweldig!! Gewoon de zee op, hè. 

zaterdag 25 juli 2020

Donderdag 23 juli

We zijn vijf dagen op weg met de Croisière Bretonne. Met 12 zeiljachten ronden we vandaag Cap de la Hague. Een lange etappe voor de boeg naar Granville, met een ETA van 22.30 uur. Dit jaar kunnen we geen tussenstop maken op Jersey. Corona-Covid-19 bepaalt. Het getij komt dit jaar op nummer 2. We varen met de kentering door de Alderney Race en mikken op aankomst bij Granville met hoog water, net voor het donker. Vandaag wordt er weer een onvoorstelbare bak water verplaatst richting die hoek met een rijzing van ruim 11 meter. Om in 6 uur tijd weer weg te lopen naar andere plekken op aarde. 
We hebben vanuit Breskens kunnen profiteren van een droomscenario van “windje mee het Kanaal in”.
In Duinkerke werden we als vanouds verwelkomd door 3 trouwe vriendinnen, waarvan 1 alweer enkele jaren naast ex-havenmeester trouwe fan van OceanPeople is. De nachttocht van Duinkerke naar Cherbourg was voor een aantal onder ons de eerste keer: de mazzelaars! Een dag zeilen met gennakers, spinnakers, vlinderen, vergezeld door de zon en blauwe lucht. 
Sivy is onze DJ van de dag. 
We hebben een super heldere nacht, waardoor we komeet Neowise met het blote oog kunnen volgen, makkelijk te vinden onder de Grote Beer. Ik zit met de app Starwalk de hemel af te speuren naar allerlei sterrenbeelden en zie om 01.10 uur met verbazing het ruimtestation ISS over ons heen scheuren. Wat een snelheid en voor m’n gevoel heel dichtbij. Het is zo vreemd dat daar op dat moment mensen naar mij kunnen kijken vanuit de ruimte en ik naar hen. Ik zat net te denken aan “groene mannetjes (en vrouwtjes) ergens op 1 van die planeten” komt ons eigen ruimtestation voorbij. 
Wat ook zo heerlijk op zee is, is dat je Corona even uit je hoofd kunt zetten. Het bestaat gewoon even niet. De krijtrotsen can Dover liggen nog net zo dichtbij in de zon te glimmen als vorig jaar; de vrachtschepen verboeren hun containers nog steeds in het TSS, en een enkele vissersboot passeert. De enige opmerkelijke vraag kwam van Port Control Duinkerke aan een binnenlopend vrachtschip of de bemanning gezond was. 

We lopen in de nacht een paar uur voor op schema en worden bij Barfleur, zo’n 15 mijl voor aankomst in Cherbourg, afgestraft. We varen tegen de “muur” van harde stroming tegen. Maar ach, het is alweer licht, de zon schijnt, iedereen kan aan de koffie in de kuip en we motoren rustig voort met het tempo van een slenteraar. Go with the flow. Om 11 uur klapt de stroming weer om en we arriveren vroeg in de middag in de haven. Het is tot nu toe niet overvol in de havens. Duidelijk geen gewone zomer. 
We zijn allemaal al gewend aan de zin “heb je een mondkapje bij” als we een Frans havenkantoor, winkel of museum inlopen. Die gewoonte zit er snel in. Hier lopen op straat meer mensen met mondkapjes en het gaat er eigenlijk wel relaxed aan toe, met in acht neming van de situatie. 
Wij houden coronaproof palaver, met max 2 personen per boot gegroepeerd en 1 m ertussen, in een grote kring.
In Cherbourg ligt een perfect groot grasveld bij de steigers waar we onverwachts toch nog een borrel-nieuwe-hopelijk alleen 2020-stijl kunnen houden. We zitten in meerdere groepjes (max 10 personen), met onderlinge afstand. Blijft gezellig! Ook zonder grabbelen in een gemeenschappelijk bakje nootjes. 
We zijn allemaal blij dat we onderweg zijn. En de 9 kinderen hebben elkaar helemaal gevonden, kunnen gewoon hun gang gaan, ook in Frankrijk. Erg fijn! 

zaterdag 18 juli 2020

Het jaar 2020 is voor ons allen anders gelopen dan gebruikelijk.
Pas in een laat stadium waren we zeker van de mogelijkheid om naar Frankrijk te zeilen.
Frankrijk en België hebben in juni de grenzen geopend. De Kanaaleilanden blijven vooralsnog gesloten voor onze reizen. 
De havenmeesters zijn blij dat de reis door kan gaan. In december waren de eerste contacten al gelegd, en we hebben contact gehouden in de lockdown periode. Voor nu gaan we op pad. 
Aan de bootuitrusting zijn de mondkapjes toegevoegd en houden we ons aan de 1 meter afstand in Frankrijk, 1,5 meter hier en in België.
We leven met z’n allen in een andere tijdgeest, maar het voordeel is dat we dat ook echt met z’n állen doen.
Zondag 19 juli vertrekken we vanuit Breskens. De wind gaat vanuit de zuidwest- naar de noordhoek en blaast ons maandag en dinsdag met noord-noordoostenwind naar Cherbourg.

vrijdag 16 augustus 2019

Zeilen om de eilanden, 21 t/m 29 juli.


Terwijl er een "gale 8 Bft" raast door ons vaargebied Lundy en Irish Sea vandaag, vrijdag 16 aug, en de regen uit de hemel klettert, is er tijd om een update te plaatsen :-).


Zondag 21 juli.
Na alle “Lochs” is het nu de beurt aan alle “Isles”. 
Vanuit het Caledonisch Kanaal zeilden we Loch Linhe af zuidwaarts naar Dunstaffnage,  een haven met enkele huizen eromheen en natuurlijk een kasteel op de punt voor we de smalle doorgang ronden naar de baai met moorings en steigers. Nog Schots vasteland.
Er ligt één megajacht vooraan de lange steiger en daarna neemt de RBAC-groep alle meters in, 2-3 dubbel. 
Dit jaar hebben we de kuiptent meegenomen aangezien we drie weken met vijven aan boord zijn en bij eventueel nat Schots weer de buitenruimte kunnen benutten. Hier zal dat zeker nodig zijn!
Yellow warming “heavy rain” staat op de Metoffice-weersite en ik zie het groot op het mededelingenbord langs de doorgaande tweebaansweg A85 van Oban naar Dunstaffnage staan als we in de volgende ochtend ons hardlooprondje maken. We zouden een mooi weggetje door het bos lopen, over de heuvel naar Oban en langs de gewone weg terug. De terugweg is perfect uitgekomen, zelfs grotendeels met smalle trottoir ernaast. De heentocht begon zeer goed en ging toen over in een zwerftocht zoals Frodo en zijn gezelschap moet hebben doorstaan: door modder, donkere dicht-op- elkaar staande dennenbomen, zompig mos, grasheuvels met hoog gras én teken, diepe kuilen. Geen mens te bekennen. Maar met onze vriend Googlemaps en ons richtingsgevoel leidden ons heuvelafwaarts naar de weg en Oban. (Bijna) overal 4G tegenwoordig. 
Kletsnatte schoenen, doorweekte sokken, maar met goede humor en energie renden we naar de waterkant in hartje Oban, en de 5 km terug naar onze boot. Oban is een leuke, levendige vissersplaats, gelegen aan een grote baai. Victoriaanse bouwstijl omrandt het water, met moderne winkels in de onderste laag van de panden. 
De regen komt in de namiddag en de dag erna. Het is druk bij de 2 wasmachines en in de bus naar Oban. Blij met kuiptent en luchtontvochtiger!

Tijdens de reis gebeurt er van alles, met boten en apparatuur. Zo heeft de Akwaaba een gebroken voorstag, die razendsnel gemaakt wordt door de tuiger in Dunstaffnage. Maar op de maandag dubbel pech voor de Akwaaba: Gemke valt onfortuinlijk bij een wandeltocht en breekt haar rechterpols. Uiteindelijk vindt er twee dagen later een operatie plaats in Glasgow, en kunnen ze later in de week weer aanhaken, met hulp van hun opstappers die langer aan boord blijven en een wisselplan voor extra hulp van André in Bangor.

Dinsdag 23 juli zeilen we voor de wind naar Tobermory op het Isle of Mull. Gribfiles hebben het hier moeilijk met de voorspellingen of de natuur heeft hier maling aan en doet haar eigen zin. Op de 20 mijl in de Sound of Mull zeilt de ene helft van de groep met grootzeil over bakboord; de groep iets meer naar de noordkant van het vaarwater heeft het grootzeil over stuurboord. En vervolgens gijpen we in geheel eigen windvelden en kan het zo maar zijn dat de boot vlakbij je stilligt en jij vooruit speert. 
Opletten.

Ik heb het al eerder verteld maar Tobermory is een plaatje!
We arriveren vroeg in de middag en de 3 steigers hebben voldoende plekken vrij om ons allemaal te herbergen. Gisteren lag het nog helemaal vol, ook aan de moorings en op de ankerplek. 
De volgende dag vertrekken Jules en Maite met volle rugzakken, op weg naar de West Highland Way, voor hun backpacktrip van 3 weken. 
Nog even wat verstelwerkzaamheden aan de rugzakken en last minute aankoop van lichtgewicht slaapmatjes (nog lichter dan wat we al hadden), en ze verlaten Shaula. Paul, Sivy en ik lopen de eerste kilometers mee, voor de gezelligheid en om het afscheid draaglijk te maken. Zij lopen door naar het zuidoosten van het eiland Mull, naar Craignure, wij terug via het kustpad naar de haven. 
‘s Middags nog bergopwaarts hardlopen om mijn hoofd te resetten :-). 


Er staat deze dagen veel wind, maar prachtig weer. Wandelen, in de dinghy een klein toertje langs de ankerplek, ijs halen midden in het dorp aan de haven. De bemanningen van Blauwe Piet, Eelske Medde en Bolder gaan vroeg op pad met de bus langs de kustweg via de oost en zuid naar Fionnphort, helemaal op de zuidwestpunt van het eiland, een rit van ruim 2 uur, over de bochtige 1,5/2-baansweg. Anderen pakken de andere bus, westwaarts naar Calgary, waar je kunt wandelen in een bos vol sculpturen en op een mooi strand, en pas om half vijf de bus terug kunt nemen. 
Als je daar niet op voorbereid bent, is het hilarisch.....Die kennis verspreidt zich snel binnen de groep.
Veel meer bus-smaken zijn er niet. Wij wandelen 12 km naar Ardmore Bay, een schitterende baai aan de noordkant van Mull.

Helaas gooit de windvoorspelling voor de nacht van zaterdag op zondag roet in het eten om te ankeren met z'n 21-en bij Bull Hole. Ook de sterke stroming bij Corryvreckan en Sound of Luing zorgen voor de noodzaak van een juiste timing om daar doorheen te gaan op weg naar onze bestemming Ardfern. 
Dit is weer een kleine marina, maar waar we zeer welkom zijn, in 7 rijtjes van 3 aan de lange bezoekerssteiger. 
De Wikipedia-tekst van Ardfern is geheel identiek aan die van ons eigen dorp Herkingen: “It has a small, close community, and features a church, fire station, primary school, craft centre with a tea room, a village shop, public house (hier in schotland: The Galley of Lorne), and yacht centre.” 
Alleen het vaarwater is anders... en het uitzicht ! Hier groene heuvels, vandaag bedekt met mist die langzaam verder naar beneden rolt. 
Met een groot deel van de groep maken we een zondagochtendwandeling naar de andere kant van het Craignish schiereiland. Uurtje heen, genietend van het uitzicht over Craobh Haven terwijl we wachten op het opengaan en de koffie bij The Lord of the Isles. “Wat is dat, een groep van 30+, net voor openingstijd? Ik ben er over 10 minuten. Mijn koffieapparaat is kapot, het water in de ketel wordt maar langzaam warm.” De stem klinkt ietsje paniekerig. Maar de opgetrommelde meiden achter de bar gaan aan het werk; de koek en muffins worden aangevuld en er wordt meer frisdrank verkocht in afwachting van de koffie.
In de regen lopen we terug. Het deert niet; t is niet koud. Niet voor niks is er een Schots gezegde: “always take your umbrella with you.”

En morgen (29 juli) gaan we naar het Whisky-eiland Islay Vuurwater, krijg je het warm van.

dinsdag 30 juli 2019

Zeilen op Loch Ness


Maandag 15 juli
Om 7 uur ‘s ochtends staat de eerste fotograaf met telelens op statief al gereed bij Chanonry Point, 8 mijl voor de zeesluis bij Clachnaharry, de ingang van het Caledonisch Kanaal. 100 meter achter hem staan nog meer mensen. Toeristen die een glimp of liefst een show van de dolfijnen willen zien die permanent wonen in dit stuk water. Heel apart. Het heeft veel weg van een zondagochtendtafereel in de winter bij Battenoord aan de Grevelingen waar de flamingo’s in het ondiepe water staan te poseren. 
Vanaf half negen start de eerste schutting het Kanaal op. Elke schutting kost een uur doorlooptijd, minstens, waarbij we ook de reeds geprepareerde “licence” in het kantoortje mogen betalen. De eerste sluis van de 29 die we de komende 4 dagen door gaan.



Tegen het middaguur ligt iedereen in getijloos water. De enige verhoging en verlaging wordt veroorzaakt door de eerste trap van 4 sluizen om de hoek.
De grasstrook naast de steigers en kade leent zich perfect voor een borrelplek.
Paul en ik hebben al veelvuldig contact gehad met Jo van de marina en hebben op haar kantoor de volgende dag vergadering met haar en de lockmanager David over de sluisindeling van 21 schepen. Er wordt een drietal bootjesverzamelingen getekend die in elke sluisbak van 45 x 10,6 meter moeten passen. We stellen een TL, teamleider of vice admiraal per groep aan: Ruud van de Phoenix en Jeannot van de Jack in the Box. Hun beloning over een paar dagen is groot: zakje OceanPeople-stroopwafels.
We hebben het hardlopen weer opgepakt, al is het een zeer klein ploegje van 4 vandaag.
We rennen over het pad langs de sluizentrap en het smalle kanaal erna, en volgen de afsplitsing naar het centrum van Inverness. In hoog tempo komen we voorbij de bruggen en de bijzondere voetgangershangbrug, in een ontwakende stad.
Later lunchen we bij de gezellige Clachnaharry Inn, in de tuin, bijna óp de spoorlijn.

Woensdagochtend om 8 uur start de eerste groep, nog vóór de brug over belangrijkste doorgaande weg in Inverness gesloten wordt voor de ochtendspits. Een extra vroege schutting voor ons. We hebben de procedures van invaart, lijnen beleggen, bemanning op de kant die gaat meelopen van bak naar bak, gisteren besproken. Voorin de sluis is het het meest turbulent, met het trapsgewijze verval van circa 3 meter per bak. Vandaag en morgen gaan we stijgen, tot we bij Laggan zijn. Dan zakken we de Schotse hooglanden weer af.
De routine zit er al snel weer in. Shaula ligt vooraan aan stuurboord. Lijntje terug naar de achterste lier en lieren maar. Hoeft Sivy achteraan niet zo te sleuren. 
Groep 2 en 3 zijn een paar uur later aan de beurt en helpen bij het verkassen de trap op.



Vandaag komen we op Loch Ness, een 2e ontmoeting na 6 jaar. De wind staat daar mee of tegen, nooit dwars. Vandaag tegen, wederom. We gaan zeilen!! 27 slagen later komen we in Fort Augustus aan. Halverwege bij Urquhart Castle zeilen we dicht langs de kant om live op de webcam te komen terwijl de ouders van Maite ons zien op hun computerscherm thuis: “ik zie nu de Stormvogel voorbij komen; nu twee motorboten; zijn jullie dat met dat zwarte zeil; ja ik zie een rode pixel.” Wát, ik ben gereduceerd tot een pixel, springend in m’n rode Helly Hansen zeiljas! Maite roept de vorderingen van haar vader door. Later ontvangen we een niet zo heel scherp filmpje van onszelf via WhatsApp voorzien van commentaar dat die donkere vlek achter ons echt het monster van Loch Ness moet zijn geweest. Aan rampspoed ontsnapt!



We nemen met onze 21 schepen wel wat meters steiger in beslag. De sluiswachter besluit ons van groep 1, met ons goedkeuren, in de eerste sluisbak te leggen voor de nacht. Scheelt morgen alvast 1 actie en scheelt bezetting aan de steigers. Je moet alles een keer gedaan hebben, dus ook slapen in de sluis met een waterval voor je boot: de overflow van bak 2 naar bak 1. Het regent licht; we borrelen in ons zeilpak op de rand bij de sluis terwijl onze boten veelvuldig gefotografeerd worden.


Het is druk met huurmotorbootjes, waarbij de bemanningen in dikke oranje zwemvesten aan boord staan, overduidelijk meegeleverd bij de boot. Sluiswachters zijn terecht erg kien op het dragen van reddingsvesten van alle bemanningen, op de boot en op de sluiswanden. Het verval en stroming in de sluizen is groot.
De sluizen bij Fort Augustus zijn turbulenter dan die bij Clachnaharry. Paul moet behoorlijk trekken aan de voorlijn om de boot de bedwang te houden vanaf de hoge sluiswand. Tijdens het schutten wisselt de bemanning op de kant: Sivy heeft tijd, op mijn verzoek, om Nessie-opscheplepels te kopen. Een tip van de Loxia, want Jeannette had deze al gekregen voor moederdag van dochter Melanie.



 We overnachten met vijf boten aan een enkel steigertje op Loch Oich bij een kasteelruïne Invergarry Castle, vlakbij het Schotse Invergarry Hotel waar we in de stromende regen binnen gaan voor een thee met scones. We komen in de lounge waar we automatisch heel zachtjes praten in een zó typisch Engels/Schotse aristocratische sfeer. Oud, maar niet sleets. Geheel in stijl gedecoreerd, met jachttrofeeën in de hal. Een groot dienblad met potten thee en veel serviesgoed met scones worden gebracht, terwijl wij uitdruipen van de regen.





De Phoenix en Meermin liggen voor anker bij ons. We zijn op het hoogste punt in het Caledonisch Kanaal.
We zien groep 3 voorbij varen naar Laggan.
Ook op Loch Lochy kunnen we prachtig zeilen. Geen golven, wel wind (op de neus).
Wedstrijdje natuurlijk, zo hoog mogelijk aan de wind, “bakboord!” voorrang verlenend en nemend. Diep tot de rand van de bergen langs het meer.






Op dag 3 komen we tot Neptune’s Staircase, 8 sluizen naar beneden. Doorlooptijd 2 uur. Zaterdagochtend (20 juli) gaan we door en besluiten door te zeilen naar Dunstaffnage. Vandaag staat er een westenwind, zondag (hardere) zuidenwind tegen mét veel regen in de middag (code geel). De westenwind is zeer vlagerig en valt van de berghellingen af net na Corpach op Loch Linhe. De berg Ben Nevis beziet onze vloot van een afstand.
“Vieren, vieren, vieren”, roep ik tegen Jules die de grootschoot in z’n handen heeft, afwisselend in en uit de klem. Het is actief zeilen, zullen we maar zeggen. Mooi!!
We zijn in West Schotland met “stunning scenery”.